background image
werd. Dit belette hem nochtans niet blijken van grote vreugde en
geestdrift te geven in zijn onderhoud met zijn vrouw en zijn
kinderen.
Vannacht zag ik dat hij heden zou sterven. Van het vele dat ik
daaromtrent zag, staat mij het volgende nog voor de geest:
Simeon vermaande op zijn sterfbed vrouw en kinderen. Met grote
ernst en heilige vreugde sprak hij hun over het Heil, dat tot Israël
genaderd was en over alles wat de engel hem had aangekondigd;
ik zag hem dan vreedzaam sterven en ik was getuige van de
gelaten, bedaarde jammerklachten van de zijnen. Er waren nu
vele andere oude priesters en Joden rondom hem vergaderd om te
bidden bij zijn lijk.
Ik zag hierop dat zij zijn stoffelijk overschot in een andere kamer
overbrachten, waar het op een plank vol gaten uitgestrekt werd;
een opengespannen doek werd er overheen gehouden en het lijk
daaronder met sponsen gewassen, zodat er geen enkel deel van
het ontklede lichaam voor de lijkbereiders zichtbaar was; het
water liep door de gaten van de plank in een daaronder geplaatste
koperen bak; zij legden vervolgens grote, groene bladeren op het
lijk, omgaven het met vele bosjes fijne kruiden en hulden het dan
in een grote doek, waarin het met lange windsels omwonden
werd, zodat de overledene ingewikkeld was als een bakerkind; het
lichaam was nu zo recht en onbeweeglijk, dat ik bijna ging menen
dat het op zijn plank vastgewonden was361.
Simeon werd tegen avond begraven; 6 mannen met fakkels
droegen hem op een plank die enigszins de vorm van een lichaam
vertoonde en aan haar 4 zijden een lange opstaande, geboogde
rand had; geboogd, zeg ik, d.i. deze rand was aan ieder zijde van
361 De lijkbereiding vertoont de grootste overeenkomst met die van Jezus en
de H. Maagd, zoals K. ze beschrijft, “sicut mos est sepelire Judaeis”, zegt
Joannes, d.i. geheel in overeenstemming met de gebruiken van de Joden.
(Joa. 19, 40).
Naar aanleiding van Jezus’ begrafenis in fasc. 32, nr. 1982 zullen wij er een
woord over zeggen.
Fascikel 6
701