background image
enige dekens bijeen en brachten dit buiten bij Jozef om het op de
ezel te laden. Deze toebereiding verliep rustig en zeer vlug, zoals
dat bij een onverwachte, heimelijke afreis bij nachte, waartoe men
uit de slaap wordt gerukt, het geval is.
Nu haalde Maria de kleine Jezus en haar haast was zo groot, dat ik
het haar niet eens in verse doeken zag wikkelen! Ach! nu was het
uur van scheiden daar! Ik kan niet beschrijven hoe aangrijpend de
droefheid van Anna en haar oudste dochter was; allen drukten
onder een vloed van tranen het lieve Jezuskind aan hun hart en
ook het knaapje mocht Jezus omhelzen. Anna omhelsde de H.
Maagd meermalen en weende zo ontzettend alsof zij die dochter
van uitverkiezing in eeuwigheid niet meer zou weerzien. Maria
Heli wierp zich plat ter aarde en stortte smartelijke tranen367.
Het was nog vóór middernacht, toen zij het huis verlieten; Anna
en haar oudste dochter vergezelden de H. Maagd te voet tot een
weinig buiten Nazareth, en Jozef kwam achter met de ezel.
De weg liep niet geheel in de richting naar het huis van Anna,
maar even meer links368.
In nr. 187 (huidig fasc.), vinden we nochtans in het huisje van de H. Familie
te Matarea in Egypte, verschillende van die heilige zaken uit Bethlehem
terug. Dit laat veronderstellen dat de H. Moeder Anna deze dingen achteraf
heeft laten bezorgen door vertrouwde tussenpersonen.
Zij en enkele familieleden kenden immers het verblijf van de H. Familie in
Egypte (zie nr. 195).
367 Ter aarde vallen van verdriet. – Zich in het stof ten gronde werpen was bij
de Joden een van de gebruikelijke tekens van diepe droefheid (cfr. D.B.
Deuil), hetzij deze gemeend of ook maar voorgewend was.
In fasc. 22, nr. 1028 zullen wij zien hoe Joannes, bij het vernemen van de
dood van Joannes de Doper zich in het huis van Zakarias van spijt en
droefheid op de grond rolt.
368 Zij lieten Anna’s huis rechts. – Zij verlaten door de zuidwestpoort van
Nazareth het dorp, gaan korte tijd in dezelfde richting, volgen nu zuidwaarts
de vallei, komen in de Esdrelonvlakte uit en gaan nu naar ‘t zuidoosten.
Die weg volgde meestal de H. Familie; zie hierover fasc. 4, nr. 105, voetnoot
223.
Fascikel 7
730