178.
Nu trok de H. Familie, steeds parallel met de heerbaan, een uur
meer oostelijk verder. De naam van de laatste plaats tussen Judea
en de woestijn welke zij nu bereikten, klonk bijna als Mara. Ik
dacht daarbij nog aan de geboorteplaats van de H. Anna, doch
deze plaats was het niet.
(Zie onze grote kaart, geheel beneden, waar men een wadi vindt met
name Marreh, waaruit volgt dat heel waarschijnlijk op haar boorden
een plaats van dezelfde naam gelegen zal hebben).
De bewoners waren onbeschoft en hardvochtig en de H. Familie
kon niets ter verkwikking van hen bekomen.
Van hier kwamen zij in een grote zandwoestijn. (Zie voor deze
vluchtreis het kaartje hiervoor na). Hier zagen zij weg noch
richting en wisten geen raad. Na nog alzo op goed geluk af een
eind gegaan te hebben, ontwaarden zij een donker, onheilspellend
berggevaarte. (Wij stellen ons voor dat het vóór de djebel of Har
Moeëileh ligt.)
Fascikel 7
752
|