Ternauwernood waren zij een wijle onder die boom gezeten of er
ontstond een aardbeving; het afgodsbeeld begon te waggelen en
viel; onder de menigte ontstond een opschudding en woest
geschreeuw en uit de nabijheid kwamen vele kanaalarbeiders
toegelopen.
Een goede man echter, die, naar ik meen, ook een kanaalarbeider
was en die de H. Familie op haar weg hierheen gevolgd of
vergezeld had, bracht hen in allerijl naar de stad en zij waren
reeds aan het uiteinde van het plein (dus bij de poort) gekomen,
toen het opgeschrikte volk opmerkzaam op hen werd, hun de val
van het afgodsbeeld toeschreef en vol verbittering hen met
bedreigingen en scheldwoorden omsingelde; zij kregen echter
geen tijd genoeg om iets tegen hen te ondernemen, want de aarde
begon opnieuw te schudden; de grote boom helde en een deel van
zijn wortelen braken uit de grond te voorschijn; door de
openscheuring van de grond ontstond een put die vol liep met een
slijkerig zwart water waarin het afgodsbeeld tot aan zijn hoornen
verzonk. Ook enige van de hevigste druktemakers uit die razende
menigte verdronken in die zwarte waterpoel. Dit maakte het de
H. Familie mogelijk ongedeerd in de stad te geraken. Hier nam
zij haar intrek dicht tegen een grote afgodstempel in een dikke
zware muur, waarin vele leegstaande cellen waren385.
385 Jozef schijnt zijn eerste verblijf ingericht te hebben in of tegen de pylonen
(inganggebouw) van een tempel. Het zit de oosterlingen nog in het bloed
hun huisjes te zetten tegen oude muren of resten van grote gebouwen.
Zo bestaat te Banias het muzelmans dorp uit een aantal huizen, die alle
tegen de sterke muur van een oude burcht aan de binnenkant aanleunen.
Te Mekka zijn vele huizen aangebouwd tegen de omheining van het
moskeeplein (GĂ©ogr. univ. V, 117), enz.
Bij K. vinden wij meer zulke gevallen. Zelfs hele kloosters liggen ertegen,
zoals te Bethlehem en te Jeruzalem tegen de H. Grafbasiliek en
geboortebasiliek.
Fascikel 7
767
|