background image
De H. Familie woonde in de hallen van een groot stenen gebouw,
dat aan zijn ene zijde door korte, zware, vierkante en ronde zuilen
ondersteund was; vóór en onder deze zuilen hadden vele mensen
zich een woning gebouwd. Boven liep over dit gebouw een weg
die betreden en bereden werd. Een grote afgodentempel met twee
binnenhoven stond er tegenover.
Jozef had vóór deze ruimte (of zuilengang), die aan de ene zijde
met een muur afgesloten was en aan de andere zijde met een rij
dikke, niet hoge zuilen open was, een voorgebouw in hout
opgetimmerd; dit was door lichte scheidswanden van spinthout in
meerdere kamers ingedeeld en hierin was het dat zij woonden.
(`Spinthout` is het niet-verkernde hout van een boom: het bevindt zich
tussen het kernhout en de bast van de boom. Het spinthout verzorgt de
opwaartse sapstroom en dient als opslagplaats voor voedingsstoffen.
Spinthout = de buitenste, nog niet rijpe jaarringen van een boom.)
Fascikel 7
769