background image
Er was een opening aan, zodat een man erin kon zitten als in een
wachthuisje; aan de buitenzijde waren rondom hier en daar treden
aangebracht om er op te kunnen stijgen; zulke torentjes zag ik op
meerdere plaatsen vóór de afgodentempels en op de platte daken
staan; ze dienden om erin te zitten; het waren wellicht schilder- of
schaduwhuisjes.
Ik zag de H. Maagd tapijten vlechten; ook zag ik haar nog bezig
met een ander werk, waarbij zij een stok tegen haar zijde had,
waaraan boven een dikke bol bevestigd was; ik weet niet meer of
zij spon of iets anders verrichtte.
Ik zag ook dikwijls dat men haar en het Kindje Jezus een bezoek
bracht; het lag in een wiegje als een scheepje naast haar op de
grond; dikwijls zag ik dat wiegje op een onderstel als op een
zaagbok geplaatst; ik zag hoe het Kindje in zijn scheepje liggend
er zo vreedzaam, vriendelijk en minzaam uitzag en dikwijls liet
het de beide armpjes aan beide zijden over de rand hangen; ik zag
het in zijn wiegje ook eenmaal rechtop gezeten; Maria zat er toen
naast met een korfje aan haar zijde en zij breide; drie vrouwen
waren toen bij haar.
Fascikel 7
771