| Hier woonden slechts enige, zeer arme Joden, wier woningen ellendige aardkuilen en holen waren399, maar in de Jodenstad tussen On (Heliopolis) en de Nijl woonden vele Joden die nog een fatsoenlijke tempel hadden; zij waren nochtans tot een afschuwelijke afgodendienst vervallen en vereerden een gouden kalf, een beeld met een ossenkop, waar omheen de kleine beelden van kleine dieren als bunzingen (= klein marterachtig behendig roofdiertje, fret) of fretten onder kleine troonhemels stonden; het waren zulke dieren die de mens tegen krokodillen verdedigen 399 Wonen in ellendige aardholen. – Nog in de 19e eeuw zag De Géramb op zijn weg naar het somptueuze (= weelderig, kostbaar ingericht, luisterrijk) paleis van Mehemet Ali een reeks krotwoningen, of liever ‘holen in de aarde’, waar hele families huisden, vrouwen en mannen, omringd door naakte kinderen, allen even uitgemergeld en lijkkleurig, die een beeld van de uiterste ellende vertoonden.” (III, 32). Mislin van zijn kant “zag tussen de puinen van Oud-Alexandrië holen en kuilen in de grond, waarin de Arabische kustbewoners hun woning hadden.” (III, 306). Fascikel 7 792 |