Hierna trok Abraham met zijn gevolg naar het land van Kanaän
terug.
***
De bron van Matarea in latere tijd.
Over die bron heb ik nog veel gezien, tot zelfs in onze tijd. Uit
wat ik zag herinner ik me nog het volgende.
Reeds ten tijde van de H. Familie gebruikten melaatsen haar water
als geneeskrachtig.
In een veel later tijd, toen de christenen reeds een kleine kerk
boven de woonplaats van Maria gebouwd hadden, waarin men
naast het hoogaltaar neerdaalde in de grot of het gewelf, waarin de
H. Familie een tijdlang verbleven heeft in afwachting dat Jozef
met de woning (het voorgebouw) klaar zou komen, zag ik in de
omtrek van de bron nog mensen wonen, die haar water tegen
verscheidene soorten van melaatsheid gebruikten.
Ik zag ook dat mensen in haar water gingen baden om van een
soort zweetziekte (üble Ausdünstung) bevrijd te worden. Dit
gebeurde nog, wanneer hier reeds mohammedanen waren.
Ook zag ik dat de Turken een bestendig licht in de kerk van
Maria’s woning onderhielden; zij vreesden dat een ongeluk hen
zou treffen, indien zij verzuimden het te ontsteken.
In de laatste tijd zag ik de bron eenzaam en een heel eind ver van
de woningen afgelegen. De stad lag er niet meer dichtbij.
(Ook nu ligt Nieuw-Heliopolis op een aanzienlijke afstand.) In de
omkring zag ik verschillende wilde vruchtbomen groeien.
Fascikel 7
819
|