| 
 Deze echtgenoten hadden vier zonen, enkele jaren ouder en jonger 
dan Jezus; hun namen zijn: 
‐ Kleofas, 
‐ Jakob, 
‐ Judas en 
‐ Jafet. 
Na eerst lang leerlingen van Joannes de Doper geweest te zijn, 
werden zij aanstonds na diens dood leerlingen van Jezus. 
Aan deze Kleofas was het dat Jezus na zijn verrijzenis verscheen, 
terwijl hij met Lukas op weg naar Emmaüs was (fasc. 31, nr. 
1970)417. 
Ook zijn vrouw kwam later tot de vrouwen der Gemeente. 
Deze vier broeders werden omstreeks de tijd van Jezus’ doop 
leerlingen van Joannes en bleven bestendig hij hem. 
417 Sebadja. – De Hebreeuwse naam is Zebadija; hij komt 8 keren voor in de 
H. Schrift. “Hij was”, zegt K., “een broer van Kleofas, opperherder van 
Joakim.” 
De verwantschap kunnen wij als volgt, aanschouwelijk voorstellen: 
1e lijst 
2e lijst 
Zebadia + vrouw 
Kleofas + Maria Heli 
dochter + esseen 
Maria van Kleofas + Alfeüs 
Kleofas, Jakob, Judas, Jafet 
Jakobus, Simon, Judas Taddeüs, enz. 
Aan de Kleofas uit de 1e lijst, die dus een achterneef was van de Kleofas uit 
de 2e lijst, verscheen Jezus na zijn verrijzenis. 
Fascikel 7 
834 
 |