De zuilengangen rondom het plein boden niet alleen een
verbazend schouwspel voor al wie het Tempelplein betrad, maar
ze vervulden dezelfde rol als analoge colonnades in de steden van
Griekenland, Italiƫ, Klein-Aziƫ en de oosterse wereld in het
algemeen; ze dienden tot vergaderplaats voor de menigte, tot
markt, bazaar, speelplein, en schoollokaal; ze verschaften een
schuilplaats tegen onweer, een schaduwplaats tegen de zon,
lokalen aan onlust- en oproerstokers. Leiders van rebellen
verzamelden daar hun aanhangers; leraars onderwezen er hun
leerlingen en toevallige luisteraars, meesters hun scholieren (cfr.
Joa. 10, 23; Hand. 3, 11; 5, 12). Geldwisselaars installeerden er
hun tafels, marketenders (= iemand die versnaperingen verkoopt,
venter die langs de deuren verkoopt) hun kramen. Bij grote
toeloop op feestdagen waagden dezen zich verder, niet zelden tot
Fascikel 8
65
|