background image
- Hier wendt ze zich naar het zuidwesten en komt na een loop
van vele uren uit bij de bedevaartweg naar Mekka, derb el-
Hadj (tegenover Gerasa 2; zie weer grote kaart 1).
- Hier maakt ze een insprong naar het westen om het gebied van
Ammon uit te sluiten, loopt dan weer oostwaarts tot de
bedevaartweg en nu nogmaals zuidwaarts tot bij een
bovenvertakking van de Arnonrivier; met deze loopt zij nu
westwaarts naar de Dode Zee.
- Van hier voort vormt de Dode Zee de oostgrens;
daarna is deze gevormd door de Araba of diepe vallei tot bijna
tegenover Petra.
- Nu loopt ze recht naar het westen tot de Egyptische rivier, de
el-Arisj en met deze naar het noorden tot de Middellandse Zee
(zie grote kaart 1, hoekkaartje beneden).
- Van hier voort tot het beginpunt is de Middellandse Zee de
westgrens, maar waar ze de kring voltooit, sluit ze het gebied
van Tyrus buiten.
In Christus’ tijd lag de zuidgrens van Palestina al lang niet meer
zo diep in het zuiden en sedert lang ook had het land praktisch
nergens meer die grenzen.
In de tijd der dappere Makkabeeën (midden 2e eeuw vóór Chr.)
volgde de zuidgrens een lijn die liep van Askelon over Betsur
(een uur ten noorden van Hebron) naar de Dode Zee.
Ten tijde van Christus liep ze weer ettelijke uren meer zuidelijk,
want Herodes had een groot deel van Idumea heroverd.
Fascikel 8
84