Tegenover deze berg, op de afstand van zowat een uur en aan de
zuid- of zonnekant waar alles zo schoon rijpt, had er toen op een
zeer aangename plaats, dicht bij de weg, juist een volksfeest
plaats. Later noemde de zienster deze plaats ‘de baden bij het
meer van Betulië’; ze was in de landstreek Gennezaret gelegen6.
Hier voorbijkomend zag Jezus mannen en vrouwen in
afzonderlijke groepen wedspelen houden, waarvan de prijzen in
vruchten bestonden. Daar zag Jezus Natanael, die Chased heette,
bij de mannenafdeling onder een vijgenboom staan; hij stond het
spel van de vrouwen, die zich aan de overzijde (van een beek)
vermaakten, gade te slaan, en daar hij ten gevolge daarvan met
bekoringen van zinnelijkheid te worstelen kreeg, wierp Jezus hem
in het voorbijgaan een waarschuwende blik toe. Natanael kende
Jezus niet, maar voelde zich door die oogslag in het diepste van
zijn ziel aangegrepen; hij verschoot en dacht onthutst: “Die man
heeft een doordringende blik.” (cfr. Lk. 22, 61) (zie een nota op
Jezus’ scherpe blik, nr. 376, 407).
Jezus scheen hem meer dan een gewoon mens te zijn; hij keerde
in zichzelf, bestreed de aanvechting, overwon de bekoring en
waakte van dit ogenblik af strenger op zichzelf.
(Deze gebeurtenis is het waarop Joannes in zijn evangelie 1, 48
zinspeelt. Jezus zegt: “Ik heb u reeds gezien, toen gij
6 De berg aan de noordkant van dit dal, hebben wij op grote kaart 2
aangeduid met de naam Leerberg, bijna 2 km ten oosten van Eilaboen
(Azanot). Onder een grote prediking hier door Jezus gehouden bekeerde
Magdalena zich voor de 2e maal. Van op die heuvelen ziet men het dal met
de baden schoon voor zich uitgestrekt liggen. De beek waardoor de baden
van water voorzien worden daalt af van de heuvel Nimrin en deze naam
betekent: helder, goed, gezond water. De zuidkant van de heuvelen, waar
alles zo goed rijpt, zijn natuurlijk de noordelijke hellingen van het dal. Dit dal
behoort trouwens nog tot het land of de streek Gennezaret, waartoe ook de
kleine vlakte Gennezaret langs de kust behoort.
Één van de twee wegen die van Kafarnaüm naar Kana en Nazareth leiden,
loopt aan de baden voorbij; de andere door de vallei Roemmaneh
(zie fasc. 8, blz. 93, 2e alinea - I. Galilea).
Een nota, door Brentano hier geplaatst, geven wij even verder.
Fascikel 9
30
|