bron van Jakob af (dus tot tegen de bergen Ebal en Gerizzim,
waarschijnlijk ruim te verstaan, VOORREDE, nr. 6).
In die omstreken zag ik Hem de sabbat houden; Hij schijnt me
weldra naar Nazareth terug te zullen komen. Te Nazareth zijn
nog steeds de H. Vrouwen.
5 augustus. –
Ik zag Jezus uit het gewest van de bron van Jakob met zijn vijf
reisgezellen te Nazareth teruggekeerd.
De H. Maagd ging Hem tegemoet, doch Hem van mannen
vergezeld ziende bleef zij op een afstand en ging terug de stad in,
zonder Hem begroet te hebben; ik bewonderde haar
zelfbeheersing.
Ik zag Jezus in de school een leerrede houden, waarbij
de H. Vrouwen tegenwoordig waren.
7 augustus. –
Ik kwam naar Nazareth en zag Jezus voor de vijf leerlingen,
een 20-tal jeugdkameraden uit Nazareth en voor veel
volk in de synagoge leren, maar ik zag er geen H. Vrouwen
aanwezig. Zijn woord verwekte gemor, want vele toehoorders
fluisterden: “Hij wil nu misschien de verlaten doopplaats van
Joannes gaan innemen, daar dopen en zich voor zulk een
uitgeven; doch met Hem stonden de zaken anders.” Joannes had
in de woestijn geleefd, maar waar vandaan HIJ was, dit wisten zij
maar al te goed; Hij zou niet moeten proberen hen om de tuin te
leiden. (Verder zullen wij zien dat Joannes tussen 19 en 25 juli
zijn doopplaats te Ennon voor die bij Jericho verlaten heeft).
Nadat ik hierover een weinig nagedacht had, kwam ik in mijn
visioen bij Joannes de Doper. (Bij Joannes zag zij nu het een en
ander van wat verhaald zal worden in de nrs. 277-279).
Fascikel 9
55
|