schijnt te geloven dat wij menen dat Gij U voor de Messias
uitgeeft!”
Hierop wedervoer Jezus: “Mijn antwoord op uw
veronderstelling luidt bevestigend, ja, gij meent het!”
Er ontstond nu een groot gewoel in de synagoge: de Farizeeën
doofden de lampen uit en de leerlingen verlieten laat in de avond
het dorp en gingen in de nacht verder op de grote weg (naar
Nazareth toe). Onder een boom bij de weg zag ik hen slapen.
In een herdersgehucht voor Nazareth.
225.
10 september. –
Gisterenavond verliet Jezus het herdersdorp en sliep met zijn
gezelschap onder een boom bij de weg.
Heden, maandag, 10e september, zag ik dat vele mensen, die zich
daar aan de weg gelegerd en op Hem gewacht hadden en Hem nu
zagen komen, zich bij Hem voegden; zij waren in het vorige dorp
niet bij Hem geweest, maar gedeeltelijk vooruit getrokken. Ik zag
Hem met hen van de weg afwijken en om 3 uur in de namiddag
zag ik Hem weerom tot een herdersveld naderen; er stonden daar
slechts enige lichte hutten, waarin in de weitijd herders verbleven.
(Wij veronderstellen deze plaats een half uur ten zuidoosten van
Nazareth.) Hier waren geen vrouwen; de herders gingen Hem
allen tegemoet; zij zullen van vroegere voorbijgangers zijn
aankomst vernomen hebben. Terwijl een deel Hem (verder)
tegemoet trok, slachtten de overigen vogels en legden een vuurtje
aan om een maaltijd te bereiden. Dit geschiedde onder het afdak
van een landelijke herberg; in die plaats was de vuurhaard door
een muur afgesloten; binnen was rondom een graszoden bank; de
leuning ervan was gevlochten en van levend groen; zij leidden de
Heer en zijn gezelschap daarbinnen.
Fascikel 9
87
|