doorzichtig, dat de geneesheer zijn onwetendheid en kleinheid
erkende.
Ook was daar een sterrenkundige en Jezus sprak over de loop
der sterren en zegde hoe het ene gesternte het andere
beheerst, en hoe de verschillende sterren een
verschillende invloed uitoefenen. Nog sprak Hij over
staartsterren en hemeltekens.
Voor een andere de bouwkunde behandelend, bracht Jezus
zeer diepzinnige dingen naar voren.
Tenslotte bracht Hij het gesprek op de handel en op de
betrekkingen met vreemde volkeren. Hij veroordeelde
streng allerhande modes en ijdele nieuwigheden, die
men van Athene hier had ingevoerd52. Hij bedoelde
ondermeer heidense spelen en goochelkunst die van
ginds in het land gekomen waren. Die goochelaars
waren ook door Nazareth en andere steden getrokken. Hij zegde
dat die ondeugden niet vergeven zouden worden, omdat men die
niet voor ondeugden hield en er bijgevolg geen boete voor
deed; daarom zouden ze niet vergeven worden.
52 Hij bedoelde heidense spelen en moden en goochelkunst. – Dit zullen wel
geen onschuldige poesjenellen-spelen geweest zijn, maar iets als ontuchtige
voorstellingen, waarover Sepp in zijn ‘Heidentum’ uitvoerig schrijft:
“Ook de Grieken richtten voor Bacchus ‘zekere tekens’ op, zoals ontuchtige
mannekesbeelden, uit hout gesneden met ongeproportioneerde leden, die
zij met draden in beweging brachten en welke beelden zij deswege
neurospasten noemden.” (II, 201).
De ouders van Judas de verrader, waren, beweert K. goochelaars.
De man van de toverheks van Endor ging bij de soldaten en ander gespuis
goochelspelen vertonen met poppen die hij in een kastje op de rug
meedroeg (nr. 801, 826).
De heidense spelen, de vergrieksing of hellenizering van het Jodendom
worden in II Makkabeeën, hst. 4, ongenadig gebrandmerkt.
Fascikel 9
120
|