In de herberg was nog een avondmaal en er waren vele mannen
uit het dorp tegenwoordig. Vóór de maaltijd brachten dezen het
gesprek op de verboden, overspelige omgang van Herodes; zij
keurden die af en polsten Jezus naar zijn mening hierover. Jezus
laakte Herodes’ handelwijze onverbiddelijk, maar
tevens zegde Hij: “Indien men over anderen recht wil
spreken, moet men ook zichzelven rechten.”
Voorts brandmerkte Hij streng alle huwelijkszonden.
In dit dorp waren immers vele zondaars en Jezus sprak met
allen in het bijzonder en verweet hun zeer streng hun
overspelig leven. Hij zegde aan velen in het privaat
ook hun geheimste zonden, zodat zij geheel vermorzeld
boetvaardigheid beloofden.
Jezus begaf zich van hier op weg naar Betanië; de afstand kan nog
6 uren zijn; Hij kwam nu weer tussen bergen63. Daar in het land
is het nu reeds winterachtig weer; de lucht is overtrokken en
beneveld; ‘s nachts is het vaak reeds zo koud, dat er rijp valt.
(De winter begon dit jaar vroeg: nr. 242, voetnoot 54)64.
Jezus hult zijn hoofd in een doek; Hij gaat nu recht naar het
oosten.
63 Kwam weer in de bergen. – Van Gofna naar Betel gaande doorkruiste
Jezus een bergvlakte, tamelijk effen.
De hoogvlakte maakt een bocht naar het zuidwesten tot bij el-Bireh.
Onmiddellijk ten oosten van el-Bireh begint de oostelijke helling.
Zodus, als men van Betel zelfs recht naar het zuiden zou gaan, b.v. tot Giba
of Rama, zou men voortdurend op en neer moeten gaan, maar Jezus gaat
recht naar het oosten, zegt Katarina.
Laten wij aannemen: eerst een eind ver naar het oosten, dan naar het
zuidoosten en laten wij veronderstellen dat Hij in deze laatste richting tot
Mikmas gaat.
Zo volgt Jezus de weg die zijn ouders gingen, wanneer zij van Mikmas naar
Gofna gingen in de hoop de verloren Jezus daar bij de verwanten te vinden.
Wij zullen verder nog meermalen zien dat Hij gaarne de wegen bewandelt
die zijn ouders vroeger betreden hebben.
64 De lucht beneveld: zie fasc. 2, nr. 60, voetnoot 128.
Fascikel 10
138
|