| 
 251. 
De mensen (te Gibat-Amma) kenden Hem niet, maar zij 
onthaalden Hem goed en gedroegen zich eerbiedig. Er waren 
dopelingen over deze plaats voorbijgetrokken, die over Jezus 
verteld hadden. Ook vergezelden de inwoners Hem een 
eindweegs, nadat Hij hier een paar uren gerust had. 
Jezus kwam ‘s nachts naar Betanië. Lazarus was enige dagen te 
voren nog in zijn huis te Jeruzalem geweest; het staat aan de 
westkant van de berg Sion, op de helling (naar de kant toe) van de 
Kalvarieberg68, maar nu was hij naar Betanië teruggekeerd, omdat 
Lazarus’ graf vereert, had Marta haar woning. De stille Maria had haar 
verblijf met een tuin ergens tussen beide. 
Tegen het bestaan van de stille Maria, die wij straks zullen ontmoeten, werd 
wel kritiek uitgebracht, maar zij wordt ook door Th. Neumann vermeld, en 
wel met bijzonderheden die de mededeling nog geloofwaardiger maken. 
68 Lazarus’ huis in Jeruzalem. – Doen wij opmerken dat K. hier, gelijk ook in 
nr. 260 de naam Sion aan de Tempelberg geeft in een tijdperk dat men nog 
Fascikel 10 
145 
 |