| 
 De knecht wierp zich voor Jezus op zijn aangezicht neer en sprak: 
“Ik ben de knecht van Lazarus. Zo ik in Uw ogen, mijnheer, 
genade vind, gelieve mij naar zijn huis te volgen.” 
Jezus zei hem op te staan en volgde hem. Hij was 
vriendelijk jegens die dienaar, doch zijn minzaamheid deed geen 
afbreuk aan zijn waardigheid en juist dit gaf Hem die 
onweerstaanbare aantrekkelijkheid; zij beminden Hem als een 
mens en voelden God in Hem aan69. 
69 Jezus zal zo dikwijls bij zijn vriend Lazarus te Betanië komen en bij diens 
zusters Marta, en later ook bij Magdalena, die Hij beide beminde. 
Het zal daarom wel goed zijn dat wij een idee hebben van hun domein en 
landgoed en hun kasteel. 
Hiervoor geven wij dus een kaartje daarvan met de omgeving, op grond van 
K.’s gegevens, verbonden met topografische bevindingen. 
Op de volgende bladzijde stellen wij ons het kasteel en de inrichting ervan 
voor, op grond van aanduidingen van K. 
Nochtans kan die tekening slechts een geheel vrije, loutere voorstelling zijn 
om de verbeelding te helpen, terwijl het kaartje integendeel op zakelijke 
bijzonderheden steunt. 
Op die plaats vindt men nog, volgens Mgr. Janssens, resten van oude 
gebouwen. 
Fascikel 10 
150 
 |