| 
 nochtans geen lopen is. Wie kan er gaan gelijk Hij!? wie zo 
vlug!? Onvermoeid komt Hij aan en vertrekt weer op zijn uur! 
Welk een man is Hij geworden!” 
Ook diepten zij herinneringen op uit zijn kindsheid en spraken 
van zijn optreden en leren in de tempel; ja, ter sprake kwamen de 
gevaren die Hij, naar zij vernomen hadden, op zijn eerste reis 
getrotseerd had te water (op de Dode Zee) om schippers te helpen 
(fasc. 9, nr. 205, 8 juni). Maar niemand vermoedde dat zij bezig 
waren met van de Zoon van God te spreken. Voor hen was Hij 
ver boven alle mensen verheven zij waren voor Hem vol eerbied 
en ontzag, zonder dat nochtans de gedachte bij hen opkwam dat 
Hij meer dan een buitengewoon mens was. 
Obed van Jeruzalem was een bejaard man en een broederszoon 
van de man der hoogbejaarde profetesse Hanna uit de tempel; hij 
was een van de zogenaamde oudsten aan de tempel, in het 
Sanhedrin; hij was een diep godvruchtig man en een geheime 
leerling van Jezus. Ook heeft hij tot aan zijn dood de gemeente 
geholpen. 
260. 
Over Suzanna heb ik veel gezien en veel daarvan onthouden. 
Juist vóór Maria heeft zij haar opvoeding in de tempel ontvangen 
(fasc. 2, nr. 61); zij is rijk en naar het bloed aan de H. Familie 
verwant, want zij is een natuurlijke dochter van een ouder broer 
van Jozef, die haar bij haar moeder won. Ook haar moeder was 
een onwettig kind en de vrucht van een gelijk echtelijk vergrijp. 
Een Perzisch vorst, wiens familie na de laatste verovering van 
Jeruzalem in deze stad gebleven was (dus een afstammeling van 
die familie) 74, won haar moeder buitenechtelijk bij een Jodin en 
liet de moeder en het kind in Jeruzalem een groot vermogen na. 
74 Hier en ook nog elders, vernemen wij van Katarina heel wat over de 
vrome, vermogende Suzanna uit het Lukasevangelie, hoofdstuk 8, vers 3. 
We weten reeds uit fascikel 2, nr. 61, 5e alinea, dat ze 11 à 12 jaar ouder 
was dan O. L. Vrouw en dat haar vrijgekomen plaats als tempelmeisje werd 
Fascikel 10 
168 
 |