| 
 Ik zag nu in mijn visioen hoe Suzanna’s moeder met Kleofas, een 
oudere broer van Jozef kennis maakte op een dansfeest en hoe 
Suzanna de vrucht van hun ongelukkige vereniging was. 
Jozefs broer was toen rijk en leidde een werelds, lichtzinnig 
toegewezen aan de kleine Maria. In deze passage hier vernemen wij meer 
over haar, vooral over haar afstamming en om deze laatste mededelingen 
ook louter historisch en letterlijk aanvaardbaar te maken, laten wij eerst bij 
Flavius Josephus enige teksten nagaan. 
Anno 40 vóór Christus werd de Romeinse provincie Syrië door de Perzen 
overrompeld. Dit leek voor een koninklijke joodse banneling (Antigonus) de 
aangewezen gelegenheid om met hun hulp de koningstroon in Jeruzalem te 
heroveren op de indringer Herodes de Idumeeër, beschermeling van de 
Romeinen. Door de Perzische satraap van Syrië Barzafarnes, generaal van 
de overwinnaar Pacorus, en door heel zijn legerstaf werd de zojuist 
genoemde Antigonus II Mattathias, als laatste Hasmoneeën-priester-koning 
van Jeruzalem erkend … evenwel tegen hoge prijs: 1000 talenten zilver + 
500 joodse vrouwen. 
Amper drie jaren echter kon Antigonus zich handhaven. De Romeinen 
heroverden Syrië op de Perzen. Herodes die aan Markus-Antonius steun 
verleend had bij de verovering van Samosate, herbegon nu, gesteund door 
de Romeinse generaal Sosius met 11 legioenen (50.000 à 60.000 man) het 
beleg van Jeruzalem. Na vijf maanden moest koning Antigonus Mattathias 
zich gewonnen geven. Dit was in het jaar 37 vóór Christus; het was de door 
K. Emmerick vermoedelijk bedoelde verovering van Jeruzalem. 
Op bevel van Markus Antonius werd Antigonus eerst gegeseld en daarna 
onthoofd. Begrijpelijk dat sommige rijksgroten, zowel Perzische als andere, 
(waaronder wellicht ook de grootvader van Suzanna), als opportunisten partij 
kozen voor Herodes om de bloedige zuiveringsoperaties en dynastieke 
moordpartijen te overleven. 
In deze voorstelling komt in een beter context te staan dan gesuggereerd 
werd tussen haakjes hiervoor (nl. dus een afstammeling van die familie), 
deze mededeling van Katarina over Suzanna’s moeder en grootouders: 
“In buitenechtelijk verkeer met een Jodin is een Perzische vorst vader 
geworden van een dochtertje dat later (ook al weer in buitenechtelijk 
verkeer) de moeder werd van Suzanna. De vader van Suzanna was een 
oudere broer van Sint-Jozef en heette Kleofas. Is het omwille van haar 
koninklijke afstamming dat Suzanna als tempelmeisje werd opgevoed en 
later werd uitgehuwelijkt aan de voorname tempelbeambte Mattias?” 
Dus mag de tekst tussen haakjes (‘dus een afstammeling van die familie’), 
worden doorgehaald. Ze veronderstelt zelfs een onjuistheid in Katarina’s 
mededeling, die in bovenstaande verklaring goed te rechtvaardigen is. 
Fascikel 10 
169 
 |