dat deze zijn arbeid, zoals ook al zijn andere handelingen en zijn
hele leven, een zinnebeeld en voorafbeelding waren; hierdoor
werd hij niet alleen door de H. Geest onderricht nopens hetgeen
hij te doen had, maar hij deed er door ook datgene, wat zijn
verschillende verrichtingen beduidden, aangezien God de goede
mening waarmee hij zijn werk bezielde, in aanmerking nam.
Tot dit alles werd hij, zoals weleer de profeten, door de H. Geest
aangedreven75.
75 Sommige handelingen van Joannes kunnen ons in deze paragraaf en
verder verwonderen of zelfs onredelijk schijnen of moeilijk voor het verstand
te aanvaarden zijn, maar wij moeten voor ogen houden dat Joannes een
profeet was en wel de grootste van alle profeten (Lk. 7, 28).
De profeten nu vertolkten hun gedachten niet alleen in woorden, maar ook in
zinnebeeldige handelingen.
Terwijl de apostel Paulus op een reis naar Jeruzalem een oponthoud te
Cesarea had, kwam daar ook de profeet Agabus.
Deze ontdeed Paulus van zijn gordel, bond er mee zijn eigen handen en
voeten en sprak: “Dit verklaart de H. Geest: de man van wie deze gordel is,
zullen de Joden in Jeruzalem alzo gebonden aan de heidenen overleveren.”
(Hand. 21, 11).
Wanneer wij straks Joannes op zijn tochten altijd een rechte weg zien
volgen, zonder rekening te houden met hinderpalen of gemakkelijker kleine
omwegen, dan wordt hij daardoor getekend als de man die 100 % aan God
toebehoort, onverdeeld in zijn zending opgaat, zich recht naar het doel richt,
zonder ook maar één stap links of rechts van de weg af te wijken.
Door zijn profetische zinnebeeldige handelingen, zoals het maken van deze
doopvijver, het uitgraven van harde, stenige of kleverige grond, bekomt
hij dat weerbarstige zielen buigzaam, ontvankelijk, volgzaam voor de
genade worden en zich later zullen laten dopen.
Wij menen dat deze beschrijving van de zienster letterlijk opgevat en geloofd
mag worden. Deze handelingen en werkzaamheden van Joannes
verschillen toch aanzienlijk van de vreemde handelingen en daden die God
de profeten soms liet doen en die zinnebeelden waren van de
gebeurtenissen, die zij aan het volk moesten voorspellen.
De zienster vermeldt hier die handelingen als gesteld onder aandrijving van
de H. Geest; ze zijn vaak werkelijk zo vreemd en irrealistisch dat de
exegeten zich terecht afvragen of ze reëel dan wel visionair uit te voeren
waren.
Fascikel 10
177
|