background image
Hij had bij de oever een inham (Bucht) gemaakt en er liepen
landtongen in; de dopeling stond tussen twee van die landtongen
tot bij de gordel in het water en kon tegen een borstwering leunen;
deze liep vóór de tongen (en verenigde zodoende hun punten).
Op één van de landtongen stond Joannes en schepte water met een
schaal op het hoofd van de dopeling; op de tegenover gelegen
landtong stond een gedoopte, die de hand op de schouders van de
dopeling legde.
Aan de eerste dopeling had Joannes zelf de hand opgelegd; het
bovenlijf van de dopelingen was niet geheel ontbloot; er werd hun
een soort witte doek omgeslagen, die slechts de schouders bloot
liet. Er was daar ook een hut, waarin zij zich uit- en aankleedden.
Ik heb hier geen vrouwen gedoopt zien worden. Onder zijn
doopwerk heeft Joannes een wit, lang gewaad aan.
Het GEWEST Salem (Salim), waar hier gedoopt wordt, is hoogst
aangenaam en waterrijk.
Het DORP Salem ligt aan beide zijden van een bijrivier van de
stroom, maar ENNON (met de doopplaats) ligt aan de overzijde
van de Jordaan, meer noordelijk dan Salim en nader bij de
Jordaan en is groter.
Er weidt vee in de omstreken; vele ezels grazen op de groene
weiden rondom de vele wateren; het is hier bij Salim en Ennon
een soort vrijgewest; het geniet een aloud privilegie, krachtens
hetwelk men hier niemand weg mag drijven.
268.
Te Ennon had Joannes zijn hut op de oude grondmuren van een
oud, groot gebouw; het terrein was geheel verwijderd, overgroeid
en met gras bedekt; hier en daar was er een hut op gebouwd. Die
grondmuren waren het fundament van een oud tentkasteel, dat
Melchisedek hier gehad had.
In verband met deze plaats heb ik allerlei taferelen uit een vroeger
tijdperk gezien, waarvan ik mij alleen nog dit herinner, dat
Fascikel 10
187