background image
Abraham hier een visioen had en twee stenen oprichtte, een om op
te knielen en een ander om tot altaar te dienen.
Ik kreeg ook zijn visioen te zien: het was een stad van God, gelijk
het hemelse Jeruzalem en er vloeiden stromen van water uit neer.
Er werd hem ook bevolen te bidden voor de komst van die stad
Gods; het water dat uit de stad neerstroomde, vloeide naar alle
zijden. Abraham kreeg dit visioen een vijftal jaren eer
Melchisedek hier zijn tentkasteel begon te bouwen.
Ook heb ik Melchisedek een kasteel bij Salim zien bouwen.
(Bedoeld is hetzelfde, juist genoemde kasteel). Doch het was
eerder een soort van tent met gaanderijen en trappen rondom in de
trant van het kasteel van Mensor in Arabië. Slechts de
grondslagen waren van steen gemaakt en zeer sterk. Ik meen nu,
ten tijde van Joannes, de vier hoeken nog gezien te hebben, waar
de hoofdpalen in stonden. Dit duurzaam, stenen fundament
bestond nu nog als een begroeide, (boven de grond uitstekende)
schans en daarop had Joannes zijn kleine hut van biezen
opgericht.
Dit tentkasteel was een plaats waar vele vreemdelingen zich op
hun doorreis ophielden, een soort van open, vrije en schone
herberg bij het aangename water. (Er liep toen, zoals nu nog, een
grote verkeersweg voorbij). Het is mogelijk dat Melchisedek, die
ik altijd aan verhuizende, zwervende, heen en weer trekkende
stammen tot gids en raadsman heb zien dienen, dit kasteel
gebruikt heeft om ze daar te herbergen of te onderrichten; dit had
toen reeds een betrekking op de doop.
269.
Melchisedek had hier zijn hoofdverblijf, zijn basis, van waaruit
hij naar zijn gebouwen te Jerusalem en tot Abraham of waar ook
elders ging; hij verzamelde en verdeelde hier ook families en
mensen aan wie hij hier of daar hun plaats van nederzetting
aanwees; dit geschiedde nog vóór de offerande van brood en wijn,
die, naar ik vermoed, in een dal ten zuiden van Jeruzalem plaats
Fascikel 10
188