| 
 allemaal in de vijver Bethesda gedoopt; dit weet ik zeer 
duidelijk.”80. 
Overheden en priesters bij Joannes. 
Heden (nog 4 juli) zag ik vele overheden en priesters uit de 
omliggende plaatsen en Jeruzalem tot Joannes komen en hem ter 
verantwoording roepen; zij vroegen wie hij was, wie hem 
gezonden had, wat hij onderwees en meer dergelijke dingen. En 
ik zag hem met buitengewone beslistheid en stoutmoedigheid 
antwoorden en hoe hij ook hun de nabijheid van de Messias 
verkondigde en hen van onboetvaardigheid en huichelarij 
beschuldigde; dit was echter nog de ontmoeting niet die in het 
evangelie staat (Mt. 3, 7) en waarin hij hen ‘adderengebroed’ 
noemde. 
7-11 juli (fasc. 9, nr. 208). – 
Ik zag uit drie steden: Nazareth, Jeruzalem en Hebron talrijke 
gezantschappen komen, die door de oversten en Farizeeën van die 
plaatsen tot Joannes afgevaardigd waren om hem te ondervragen 
over zijn zending; ook was het bezwaar tegen hem ingediend, dat 
hij zich wederrechtelijk van de doopplaats meester had gemaakt; 
ook waren vele tollenaars tot hem gekomen; hij had hen gedoopt, 
80 Hier plaatst Brentano of de uitgever Schmöger een nota, die wij 
vervolledigen als volgt: Maria had alleszins het doopsel van Joannes niet 
nodig. 
Zelfs het doopsel van Jezus kon zij missen, omdat ze onbevlekt ontvangen 
was en dus van de erfzonde niet gezuiverd moest worden maar het paste 
dat zij Jezus’ doopsel later ontving om het merkteken in haar ziel geprent te 
krijgen. 
Dit sacrament lijfde haar ook in in het mystiek lichaam van haar zoon, 
vermeerderde de heiligmakende genade in haar ziel, 
schonk haar nieuwe dadelijke genaden en vergoddelijkte nog meer 
haar doen en laten, haar dagelijkse handel en wandel. 
Fascikel 10 
194 
 |