| 
 worden; de Jordaan had hier geen eilanden81. Ik zie duidelijk dat 
de denkwijze van de mensen van toen niet verschilt van die der 
mensen uit onze tijd. 
81 Geen eilanden. – De Jordaan is op die plaats ook niet breed; hij heeft daar 
een wad en overzetplaats. Meerdere voorname gebeurtenissen hebben er 
in het Oude Testament plaats gehad. Elias en Elizeüs gingen daar 
droogvoets door de stroom; de stroom hield op te vloeien bij de intocht der 
Israëlieten in het H. Land. 
Belangrijke plaatsaanduidingen. – Tegenover Qasr Jehoed ligt, 50 stappen 
ten oosten van de stroom, een kanaal van 4 m breed; het scheidt zich 
hogerop van de Jordaan af en na 500 m verenigt het er zich weer mee, 
tegenover het genoemde Qasr Jehoed. Dit kanaal vormt zodoende, 
wanneer er water doorvloeit, een klein eiland; dit heeft plaats bij hoog water 
in de lente; de rest van het jaar (soms ook het jaar door) staat het kanaal 
droog en bestaat er geen eiland. Even meer zuidelijk herhaalt zich hetzelfde 
geval. Tussen de twee eilandjes mondt de beek Karrar in de Jordaan uit. 
Op de zuidpunt van het noordelijkste eiland, waar het kanaal zich weer met 
de stroom verenigt; wijst een ernstige, tot de 3e eeuw teruggaande traditie 
de plaats aan van Jezus’ doopsel. Resten van een kerk en bijgebouwen zijn 
op die plaats nog niet geheel verdwenen. Op de beide oevers van het 
kanaal ziet men ruïnes en resten van gemetselde bogen, die het kanaal 
overspanden en de gebouwen ondersteunden. Deze aan Jezus’ doopsel 
toegewijde kerk werd gebouwd einde 5e eeuw door keizer Anastasius (491- 
518). De plek zal wel op, of heel dichtbij de plaats zijn, die K. als de 
doopplaats en -vijver van Jezus aanduidt. Zij wijst die vijver aan op een 
klein eilandje dat miraculeus oprees en dus wel te onderscheiden is van het 
natuur-eiland dat door stroom en kanaal gevormd wordt; het komt weldra ter 
sprake. Is het natuur-eiland door het drooglopen van het kanaal verdwenen, 
dan ligt de plek van Jezus’ doopsel op de oostoever van de Jordaan. 
Betania en Betabara. - 
Kostbaar zijn K.’s gegevens over Betania en Betabara; ze lossen een 
evangelische moeilijkheid op. Wij lezen bij Joannes: “Dit is geschied in 
Betania, waar Joannes dopend was.” (1, 28). 
Een deel der oude handschriften hebben in plaats van Betania ‘Betabara’. 
Is dat nu dezelfde, of zijn het twee verschillende plaatsen? 
Niemand is er die het met zekerheid kan beantwoorden, of de juiste ligging 
aanduiden. 
Fascikel 10 
201 
 |