| 
 Tweede doopplaats – het fameuze gezantschap 
uit Jeruzalem (Joa. 1, 19-28). – 
zieken en heidenen laten zich dopen. 
277. 
25 juli tot 14 augustus (fasc. 9, nrs. 212-214). – 
In de namiddag van 25 juli was K. nauwelijks ingesluimerd, of zij  
zegde in haar gewestspraak met de eenvoud van een kind:   
“Nu will ik to Johannes gon, to de Mann am Jordan, do is beter 
as hie bi min Süster”, enz. (Bemerk hoe haar dialect meer op ons 
Vlaams gelijkt dan op het Hoogduits.) 
Zij vervolgde: “De doopplaats is tussen Jericho en Bethogla aan 
de Jordaan.” (Voor ‘tussen’ zie VOORREDE, nr. 6). 
Joannes spreekt over de nabijheid van de Messias; er zijn een 
honderdtal mensen bij hem, leerlingen en vele heidenen; deels 
Fascikel 10 
204 
 |