arbeiden zij aan de inrichting van de plaats en aan de oprichting
van de hut, deels luisteren zij naar Joannes’ redevoering over de
nabijheid van de Messias.
Men heeft het (nl. Joa. 1, 28) mis verstaan, wanneer men meent
dat de Voorloper doopt bij Betabara, dat over de Jordaan ligt,
want de woorden ‘hij doopt bij Betabara over de Jordaan’ zijn zo
te verstaan: hij doopt tegenover Betabara, een weinig
stroomopwaarts (iets meer noordelijk), een paar uren van Jericho
en Bethogla.
Deze tweede doopplaats ligt aan de westzijde van de Jordaan,
maar Betabara een weinig meer stroomafwaarts of zuidelijker, ten
oosten van de Jordaan.
Jeruzalem ligt ongeveer 5 mijlen (6 à 7 uren) van hier.
De rechte weg (= de klimweg van Jericho) loopt (van Jeruzalem
uit) over Betanië en door een woestijn en voorbij een herberg, die
evenwel iets buiten de weg ligt.
(Khan el-Hatroer, ongeveer halverwege ligt aan de weg;
khan el-Ahmar, een uur ten zuidwesten van de voorgaande, ligt
buiten de meest gebruikte verbindingsweg).
Het gewest tussen Jericho en Bethogla is zeer aangenaam.
De Jordaan heeft schoon water (vergeleken bij dat van de Nijl),
maar men moet het laten bezinken, dan wordt het zo helder.
Op menige plaats is het ook welriekend, want de oevers staan vol
bloeiende bosschage82, bomen en reusachtige struiken en de
bloesems vallen er in. Menigmaal is de stroom ondiep en
geslonken, zodat men er schier tot op de bedding door kan zien;
dan zie ik ook in de oevers diepe holen die in de rots uitgehold
zijn. Ik ben zo gaarne in het heilig land, maar ik weet nooit hoe
het daar met de tijd is. Wanneer het hier bij ons winter is, bloeit
daar reeds alles, en in onze zomer bloeit daar reeds de tweede
oogst. Ook komt er een tijd dat het er zeer nevelig is en veel
regent (zie fasc. 2, nr. 60, voetnoot 128).
82 Aantal bosjes struiken bij elkaar; struikachtig gewas.
Fascikel 10
205
|