| 
 spelonk waarin Maraha, Abrahams voedster, begraven ligt. 
Abraham voerde haar nog op haar hoge leeftijd met zich op een 
kameel mee. Hier is het een bedevaartplaats voor godvruchtige 
Joden, zoals de Karmel en Horeb. De H. Driekoningen hebben 
hier eveneens gebeden84 en gekampeerd. 
Galileeƫrs waren er nog niet veel naar Joannes gekomen, behalve 
de latere leerlingen van Jezus; er kwamen er meer uit de 
omstreken van Hebron; ook zeer vele heidenen. 
Daarom vermaant Jezus op zijn prediktocht door 
Galilea zijn toehoorders zo dringend om de doop van 
Joannes te gaan ontvangen. (zie b.v. fasc. 9, nr. 218, 25 
augustus). 
84 De bijzonderheden die K. hier geeft over de grot van Maraha hebben wij 
reeds leren kennen in haar beschrijving van die grot, fasc. 4, nr. 116. 
Men ken ook de ligging der plaatsen nazien op het kaartje van Bethlehem, 
fasc. 5, nr. 117. 
Fascikel 10 
210 
 |