| 
            
             Hierop zag ik Herodes met zijn gevolg de plaats zeer verbitterd 
            verlaten. Hij woonde toen nog op (of nabij) de badplaats 
            Kallirroë, enige uren van Joannes’ tweede doopplaats. Hij had 
            enigen uit zijn gevolg met het verzoekschrift daar gelaten, om 
            druk op Joannes uit te oefenen en hem te overhalen er zijn 
            goedkeuring aan te verlenen, doch het was tevergeefs. Joannes 
            keerde naar zijn doopplaats terug; de vrouwen waren prachtig, 
            maar tamelijk eerbaar gekleed. Magdalena was in haar opschik 
            meer fantastisch, buitensporiger en grilliger. 
            281. 
            Er is nu een driedaags feest bij de steen van de Verbondsark, waar 
            de leertent van Joannes staat; ik weet niet meer duidelijk of men 
            de doortocht van de Israëlieten door de Jordaan of een andere 
            gebeurtenis herdenkt. 
            De leerlingen van Joannes versieren de plaats met boompjes, 
            kransen en bloemen. Petrus, 
            Andreas, Filippus, Jakobus de 
            Mindere, Simon en Taddeüs, met vele andere toekomstige 
            leerlingen van Jezus werken daaraan mee. Die plaats was voor 
            godvruchtige Joden zeer heilig; ze begon echter in het algemeen 
            wat in vergetelheid en verval te geraken, maar door toedoen van 
            Joannes was ze weer meer in aanzien gekomen. 
            Ik zag Joannes en enige van zijn leerlingen in priesterklederen. 
            - 
            De Doper had boven een grauw onderkleed een wit, lang en 
             
             
            wijd kleed aan; dit was met een kledingstuk als een soort sjerp, 
            die geel en wit geperkt was, om het lichaam gegord. Aan het 
            neervallend einde hingen franjes. 
            - 
            Op de beide schouders droeg hij 2 edelgesteenten, lang en 
            gebogen, waarop de 12 namen van de 12 stammen Israëls 
            gegraveerd waren, 6 op elke steen. 
            - 
            Op de borst droeg hij een vierhoekig, geel en wit borstschild 
             
            bij de 4 hoeken met gouden kettinkjes vastgemaakt (aan het 
            kleed). 
            Fascikel 10 
            213 
             |