| 
 een Profeet, want men had hier door dopelingen reeds de 
verklaringen vernomen, die Joannes over Hem afgelegd had. 
Jezus ging hier in de kamers van alle zieken, die Hij troostte en 
tot wie Hij zegde dat Hij terugkeren en hen genezen 
zou, indien zij in Hem geloofden. Één echter, ik meen die 
in de derde kamer, genas Hij; deze was uitgeteerd, had ook 
zweren aan het hoofd en een witte uitslag; Hij zegende hem en 
beval hem op te staan. De man stond op en knielde voor 
Jezus neer. 
Ook werden hier door Andreas en Saturninus verscheidene 
mannen gedoopt. Jezus deed een bekken vol water, zo groot dat 
een kind er in kon liggen, in een zaal van het gesticht op een 
voetbank zetten, en ik zag dat Hij het water zegende en dat 
Hij er met een tak iets in sprenkelde, ik vermoed van het 
doopwater dat zij in een zak meegebracht hadden. De dopelingen 
ontblootten zich tot op de borst, bogen het hoofd boven het 
bekken en werden door Saturninus gedoopt. Mij dunkt dat deze 
andere woorden gebruikte dan Joannes; 
Jezus zegde ze hem, doch ik kan ze mij niet neer nauwkeurig 
herinneren. 
29 september, Sabbat. – 
Op deze plaats vierde Jezus ook de sabbat en daarna vertrok 
Andreas naar Galilea. 
296. 
30 september = 29 Eloel. – 
Van hier begaf Jezus zich naar een stad die LUZ heette. Hier ging 
Hij in de synagoge en hield een lange redevoering, 
waarin Hij zeer veel oude, diepzinnige 
voorafbeeldingen uit de H. Schrift verklaarde. Hij 
sprak van de kinderen van Israël en ik herinner me 
dat Hij daarin o.m. zegde, dat zij, na door de Rode 
Fascikel 11 
249 
 |