background image
Jezus in de spelonk bij Efraïm. –
Zesde rustplaats der H. Familie op haar vlucht
naar Egypte.
311.
9 oktober. –
Bij Jezus’ terugkeer van Anim deden enige van die mannen Hem
uitgeleide. Hij keerde langs een andere (meer westelijke) weg
terug (in tegenovergestelde richting de weg van zijn vluchtende
ouders betredend), en kwam tegen avond bij een plaats die aan
twee zijden van een gebergte lag (versta: op de twee hellingen van
een dal in dit gebergte) en tussen (de twee delen van) deze plaats
liep een uit het oosten komend wild dal met diepe verscheurde
kloven.
(Een blik op de kaart fasc. 4 (begin – verklaring van de kaart van 
Hebron en omgeving) boven, maakt dit begrijpelijk; het dal loopt 
naar ’t noordwesten.  ‘t Is een vertakking van de wadi Toeffa; begin 
fasc. 4,  vindt men meerdere verwijzingen.)   
Deze plaats of het gebergte had een naam als Efraïm of (=) Efron.
De richting van het GEBERGTE was naar Gaza toe.
Fascikel 11
282