| 
 (De bergrug loopt in die richting en een uur verder vindt men op het  
gebergte nog een ruïne met name Taiyibeh, wat de Arabische  
vertaling is van Efraïm).   
Jezus was door het gewest Hebron gekomen. Ook lag er ver, 
doch zichtbaar van op zijn weg een verwoeste stad met een toren, 
waarvan de naam als Malaga klonk. 
(Bemerking van Brentano: waarschijnlijk bedoelt zij het Malata dat  
Flavius Josephus in zijn Antiq. jud. 18, 7, 2 vermeldt;   
Malata vereenzelvigt men met Kh. El‐Mihl, 3 uren ten zuiden van  
Anim).   
Niet verder dan een uur van hier was het bos Mambre, waar een 
engel aan Abraham de belofte van Isaäk bracht 
(2 km van noordelijk, en 4 km van zuidelijk Mambre, als we zo mogen  
spreken, zie kaart hiervoor).    
Ook vindt men daar (bij zuidelijk Mambre) de dubbele spelonk 
die Abraham van Efron, de Hetiet, aankocht tot zijn familiegraf. 
Ook het slachtveld, waar David Goliat versloeg, was niet zo ver 
van hier. 
(Door slachtveld is bedoeld het dal tussen Socho en Azeka, vier uren  
ten noordwesten van hier; cfr. I Sam. 17).   
Jezus’ begeleiders waren teruggekeerd en Hij ging nu om de ene 
zijde van de tweedelige stad en zijn leerlingen, aan wie Hij dit 
gewest als de plaats der ontmoeting aangewezen had, troffen Hem 
aan op de holweg in het wilde dal. Zich uit dit diepe ravijn 
wegwendend leidde Hij hen in een spelonk, die zeer wild, 
moeilijk toegankelijk, maar zeer ruim was. (Er zijn er daar 
meerdere, zie het kaartje). Hier brachten zij de nacht door. Hier 
had de H. Familie op haar vlucht naar Egypte haar zesde 
rustplaats gehad. 
Later op 18 oktober vulde K. dit verhaal aan als volgt.   
De spelonk bij Efraïm, waarin Maria op haar vlucht 
gerust had, werd later rust- of verblijfplaats van 
Fascikel 11 
283 
 |