In de onderste school die bijzonder kunstig ingericht was, stond
aan het ene einde, dat beantwoordde aan het Heilige der Heiligen
in de tempel, een achthoekige kolom waarin rondom vakken
waren, die boekrollen bevatten. Beneden was rondom de zuil een
tafel aangebracht en daaronder was een gewelf, waarin eertijds de
Verbondsark gestaan had. Ik weet niet of die kolom ook in die
tijd reeds daarboven stond; ik geloof dat ze er slechts naderhand
als gedenkzuil gezet is geworden om de heilige plaats aan te
duiden, want men hield deze nog steeds in ere. Deze zuil was van
een witte, gladde steen en prachtig.
Jezus leraarde in de onderste school voor het volk, de
priesters en de geleerden.
Hij zei ondermeer dat het beloofde rijk hier het eerst
gegrondvest was geworden, maar dat men er later
schandalige afgoderij had gepleegd, zodat hier
nauwelijks nog 7 rechtvaardigen te vinden waren.
Ninive was vijfmaal groter en (op een bepaalde tijd)
waren er slechts 5 rechtvaardigen geweest.
Gilgal was door God gespaard geworden, maar nu
mochten zij de vervulling van de belofte niet
ontkennen, noch de gekomen Gezant verwerpen; zij
moesten boetvaardigheid doen en door de doop
herboren worden, enz.
Ook rolde Hij bij de zuil schriftuurboeken open, las er
uit voor en verklaarde de lezing.
320.
Hierna richtte Hij op de tweede verdieping het woord
tot de jongelingen, waarna Hij in de bovenste voor de
kinderen vertelde.
Na weer beneden gekomen te zijn, onderrichtte Hij nog op
de open binnenplaats onder een zuilengang de
Fascikel 11
302
|