De bron, waarvan Elizeüs het water zoet maakte, ontspringt in dit
gewest (de bron bij Oud-Jericho, nu Ain es-Soeltan geheten, zie
kaart nr. 298).
De H. Helena heeft die spelonken tot kapellen laten inrichten.
In ene daarvan heb ik eens een schildering van Jezus’ bekoring op
de wand gezien. Later heeft daarboven ook een klooster gestaan.
Ik heb me nooit kunnen indenken hoe de werklieden daar zelfs
maar op geraakten.
Helena heeft zeer veel heilige plaatsen met kerken opgeluisterd;
- zij bouwde ook een kerk boven het geboortehuis van de H.
Moeder Anna, twee uren van Sefforis (nl. te Bethlehem in
Zabulon, want volgens K. is zij daar geboren, fasc. 1; nr. 11).
- Te Sefforis zelf hadden Anna’s ouders ook een huis; (ook
hierboven werd een kerk gebouwd in de 4e eeuw, waarvan nog
overblijfselen bestaan, zie fasc. 1, nr. 13, voetnoot 29).
Hoe jammer dat de meeste van die heilige plaatsen, ja, zelfs de
herinnering eraan vergaan, verdwenen zijn! Wanneer ik als
meisje, vóór dag en dauw in de winter door de sneeuw naar de
kerk te Koesfeld ging, zag ik al die heilige plaatsen zo duidelijk
en ook zag ik dikwijls hoe sommige goede mensen, om ze te
verdedigen tegen de vernielingszucht van heiligschendende,
barbaarse krijgslieden, zich vóór de voeten van dezen plat op de
grond lieten vallen.
Het woord in de H. Schrift: “Toen werd Jezus door de Geest in de
woestijn geleid” betekent: “De H. Geest die in de doop over Hem
kwam, bewoog Hem om, in zover Jezus zich als mens aan de
goddelijke werking overgaf en Gods leiding volgde, naar de
woestijn te gaan en zich onder het oog van zijn hemelse Vader
menselijkerwijze op zijn lijdenstaak en verlossingswerk, dat door
lijden volbracht moest worden, voor te bereiden.”
Fascikel 11
333
|