background image
muziek; dit herinnerde mij aan de bewegingen die de farizese
Joden onder het bidden maken (fasc. 6, nr. 164, voetnoot 356).
Maar dit alles was uiterst aangenaam en ook eerbaar.
Van de toekomstige Apostelen danste niemand. Onder de dansers
bemerkte ik Natanael Chased, Obed, Jonatan en nog andere
leerlingen. De danseressen waren alleen jonge dochters en ook
bij hen was alles welvoeglijk, vol rustige vreugd (zonder
uitgelatenheid).
Trouwdag.
382.
Woensdag, 2 januari. –
Heden, 2e dag der vermakelijkheden, had omstreeks 9 uur de
trouw plaats. De bruid werd door de bruidsmeisjes opgetooid;
haar kleding was in de aard van die der Moeder Gods bij haar
bruiloft; zo ook haar kroon, met dit verschil dat deze rijker
versierd was; haar haarnet was evenwel niet zo fijn met (talrijke)
gescheiden vlechtjes gestrengeld, doch met dikker lokken. Nadat
zij in haar bruidstooi gestoken was, liet men haar aan de H.
Maagd en de andere vrouwen zien.
Van de synagoge uit werden bruid en bruidegom naar het
feesthuis afgehaald en naar de synagoge gebracht;
het waren 6 jongetjes en 6 kleine meisjes, die in de stoet kransen
droegen; dan 6 oudere jongens en dochters met fluiten en andere
instrumenten, die ik elders reeds beschreven heb; zij hadden aan
de schouderen als vleugelen van een stijve, gestreepte,
donsachtige stoffe. Daarenboven werd de bruid door 12
volwassen erejuffers opgeleid en de bruidegom door 12 jonge
mannen.
Onder dezen bemerkte ik Obed en Veronika’s zoon, de neven van
Jozef van Arimatea, Natanael en enige Joannes-leerlingen, doch
geen van de toekomstige apostelen.
Fascikel 12
443