background image
verenigd en de samenhangende delen van een zeer grote stad
geweest te zijn149.
392.
10 januari = 12 Tebet. –
Jezus had 3 leerlingen bij zich:
-
een zoon van de tante van de bruidegom van Kana (één der 3
weduwen, nr. 377, begin),
-
een zoon van de andere weduwe en
-
Jonatan, Petrus’ halve broer.
Door dezen waren de mensen op de leerberg samengeroepen
geworden. Jezus leerde hier over de verscheidenheid,
het verschil van geest of gezindheid tussen de
mensen, tussen bevolkingen van iedere stad en dorp,
ja, tussen de afzonderlijke families en over de Geest
die zij door de doop ontvingen. Krachtens deze Geest
werden zij, die berouw hadden, satisfactie en
boetvaardigheid deden onderling met elkander
149 Alles schijnt één stad geweest te zijn. – K. krijgt gemakkelijk deze indruk.
Zie hierover een bemerking in fasc. 7, nr. 185, voetnoot 397.
Nejel = Neah of Nehah. –
In plaats van Nejel moest K. zeggen: Neah of Nehah.
Betanat. –
Van Betanat weten wij alleen dat het een vestingstad was in de stam Neftali
(Jos. 19, 38).
***
De namen Hannaton en Nehah vinden wij naast elkaar als buurplaatsen en
grenssteden van de stam Zabulon in deze tekst van Jos. 19, 14:
“De (oost)grens (noordwaarts lopend) eindigt bij Nehah en ze draait aan de
noordkant er om heen (en loopt) naar Hannaton.”
Op grote kaart 2 ziet men klaar hoe de grens zich tot die twee plaatsen
verhoudt. De strikt juiste plaats is niet gekend, maar in die omgeving zijn die
twee plaatsen te zoeken en Betanat ligt er dicht bij.
Fascikel 12
470