Het is meermalen genoemd, niet in Josuë, maar later, en gewoonlijk
met Lod of Lydda, b.v. in 1 Par. 8, 12).
De leerlingen kondigden te Ono de komst van Jezus aan en
maakten bekend dat Hij heden avond de sabbat hier zou vieren en
zieken genezen. Ook dat Hij de prediking en het werk van
Joannes zou voortzetten, en alles, waarvoor Joannes de
grondslagen gelegd had, zou optrekken. Wat Joannes geleerd en
begonnen had, zou Hij krachtdadig vervolmaken en voltooien.
Jezus’ gewoon verblijf hier te Ono is in een herberg, een half uur
van de doopplaats. Een man bereidt daar de spijzen, maar Jezus
eet gewoonlijk koud.
19 januari. –
Op zaterdag leraarde Jezus weerom en genas zieken die
in groot getal aangebracht werden, ondermeer een
geheel uitgeteerde vrouw, die aan bloedvloeiing leed; ik zag Jezus
met de leerlingen (uit zijn herberg) te Ono voor de
sabbatviering aankomen en voor veel volk in de
synagoge preken.
Dit Ono aan de Jordaan bestond reeds, toen de Israëlieten Jericho
innamen. In Jezus’ tijd waren er nog slechts weinig sporen van
over, en later volstrekt niets meer. Vandaar zijn absolute
onbekendheid.
Oogslag op de Doper. –
In deze dagen zag ik Herodes dikwijls bij Joannes en dat Joannes
hem nog steeds met minachting als een echtbreker behandelde. Ik
voelde dat Herodes erkende dat Joannes in het gelijk was, maar
zijn bijzit was bovenmate woedend tegen Joannes.
Herodes verbleef (nu) te Livias (= Betaram), niet ver van Joannes’
tegenwoordige doopplaats.
Fascikel 12
484
|