Terugkeer naar Galilea. – Een dodenopwekking.
– Magdalena.
Op 12 februari, nog steeds dodelijk ziek, vertelde K. wat Jezus
gisterenavond, 11 februari, het laatst had gedaan:
Na het sluiten van het ‘bomenfeest’ verliet Jezus Ono en begaf
zich met een twintigtal leerlingen de reis aan naar Galilea.
Zijn weg echter bracht Hem eerst in het gewest waar Jakob (de
vader van de H. Jozef) een veld heeft bezeten (nabij het weideland
dat ook Joakim daar had; fasc. 11, nr. 298; fasc. 1, nr. 18,
voetnoot 41; fasc. 9, nr. 226; fasc. 4, nr. 109 einde, voetnoot 236).
In dit gewest vertoefde Jezus in die herdershuizen, in één waarvan
Jozef en Maria op hun reis naar Bethlehem zo bars afgewezen
waren geworden. Hij bezocht er eerst de bewoners van de goede
herberg tot wie Hij onderrichtende woorden sprak en
ging dan overnachten in de herberg van die boze
mensen, die Hij vermaande. De vrouw leefde nog; zij lag
ziek te bed. Jezus genas haar en overnachtte daar165.
165 Van Ono uit begint Jezus zijn reis naar Galilea met een omweg, eerst
naar het zuidwesten tot Nebi Moesa. Jozef en Maria werden hier, na eerst
een spotwoord van de man geïncasseerd te hebben, goed en liefdevol
onthaald, zowel door de man als door de vrouw. Jezus onderricht nog deze
mensen en gaat dan noordwestwaarts naar het huis waar men hen zonder
meer ruw had afgewezen. Dit huis ligt 3 à 4 km ten oosten van ed-Demm of
Adoemmim. De mensen uit dit laatste huis had Hij reeds bezocht en
vermaand op 2 oktober, fasc. 11, nr. 299. Toen heeft Hij de man tot
berouw gebracht, maar om hem nog eerst te laten boeten en hem
de vergiffenis waardig te maken heeft Hij geweigerd iets van hem
aan te nemen. Nu acht Jezus het uur van vergiffenis gekomen: Hij
overnacht in zijn huis en geneest zelfs zijn zieke vrouw.
Wij vermeldden ook het grondbezit, het weiland van Joakim in hetzelfde
gewest en de bezittingen van beiden zijn te lokaliseren in het gewest van Aïn
en Deir el-Qelt. Deir el-Qelt is een Grieks klooster, dat een voortzetting is
van het oude Essenerklooster, waarheen Joakim zijn toevlucht nam na zijn
versmading in de tempel door de priester Ruben. Dit klooster hangt als het
ware aan de noorderwand van het diepe rivierdal el-Qelt, 8 km ten westen
van Jericho. Al de hier genoemde plaatsen en namen vindt men duidelijk op
het kaartje in fasc. 4, einde nr. 109 (blz. 440).
Fascikel 12
512
|