voornaamste school van het hele gewest; ze was groot en alle
oefeningen werden er met veel plechtigheid verricht. Wanneer
Jezus op de sabbat in de synagoge leerde, dienden
Hem de priesters van de stad; zij reikten Hem de
schriftrollen aan, of lazen beurtelings de passages
die Hij aanduidde. Hij stelde vragen daarover, die
Hij dan zelf beantwoordde, om hen op die manier te
onderrichten. Er werd ook gezongen, maar niet op farizese
wijze. Ik hoorde Jezus’ stem boven de andere uit, zeer
aangenaam klinken, maar ik herinner me niet dat ik Hem
alleen heb horen voorzingen.
Jezus leraarde ‘s morgens in de school. Ook Andreas
onderrichtte, doch vóór de school in de aangrenzende plaatsen;
aan de kinderen en het vreemde volk dat zich daar verdrong, sprak
hij over al wat hij van Jezus gehoord en gezien had.
Jezus hekelde hier de hovaardigheid en
laatdunkendheid; Hij deed hier daarom heden geen
genezingen, omdat zij zich, gelijk Hij het uitdrukte,
wegens zijn komst en prediking opgeblazen hadden,
de genade die Hij hun bewees, toeschrijvend aan hun
verdiensten en zich beter wanend dan anderen, in
plaats van in te zien dat Hij slechts gekomen was ter
oorzake van hun ellende; zij moesten zich
verootmoedigen en bekeren173.
Katarina kent ook een stad Tabor, op de noordhelling van de berg Tabor; zij
noemt die meerdere keren maar nooit zegt zij ervan dat het een levietenstad
is, terwijl zij dit verzekert en wel stellig van Kislot-Tabor.
Uit de vergelijking zouden wij kunnen besluiten dat in de tekst van I Par. 6,
77 door ‘Tabor’ bedoeld is: Kislot-Tabor. Wanneer wij hier nog bijvoegen dat
er ook exegeten zijn die het goed mogelijk achten dat door Tabor in I Kron.
6, 77 Kislot-Tabor bedoeld is, mogen wij aannemen dat door de mededeling
van K. hier nogmaals een schriftuurprobleem opgelost is.
173 Jezus bezocht hen om hun ellende. – Een waarheid die Hij ook vaak
begenadigde zielen voorhoudt, om ze klein en nederig te houden
Fascikel 13
530
|