Deze stad schijnt niet zo oud als de andere (Soenem); ja, men zou
zeggen dat ze nog niet voltooid is. De burgers hadden er de
joodse eenvoudigheid niet; ze hielden zich voor slimmer en
beschaafder; het was als hadden zich Romeinen of een ander volk
hier eens opgehouden.
Ook hier was een grote toeloop van mensen, omdat Jezus er
(morgen) de sabbat wilde houden. Verscheidene leerlingen
hebben zich hier bij Hem gevoegd, o.m. Jonatan, de halve broer
van Petrus en de zonen van de weduwen; zij waren weer wel ten
getale van twintig. Ook kwamen hier nog Petrus, Andreas,
Joannes, Jakobus de Mindere, Natanael Chased en Natanael de
bruidegom bij Jezus; Jezus had hen ontboden, opdat zij
zijn prediking zouden horen en Hem, wegens de
volgens de soort: rond als een appel, langwerpig als een peer, verlengd als
een fles. “De Perzische kalebas (kabasj) is zo groot als een mensenhoofd of
pompoen en heeft een lange hals die geleidelijk aanzwelt. Rijp geworden en
gedroogd is de schil hard als berkenschors en dient tot waterkruik.” (Dapper,
Perzië, 86). Voor afbeelding van een fleskalebas met de vorm van een
antieke zalf-oliefles, zie hierboven.
Fascikel 13
543
|