zij het opeens op bovennatuurlijke wijze zo warm gekregen had
(fasc. 4, nr. 105).
De zienster noemde geen andere halten van Jezus op deze reis.
Heden, op 24 Adar (22 maart) werd te Jeruzalem de belasting
voor de tempel opgehaald, die te Nazareth en in andere steden op
het Poerimfeest ingezameld werd.
(Deze mededeling is zeer belangrijk, zie nr. 429, voetnoot 191).
23 maart; Sabbat. –
Ik zag Jezus met zijn leerlingen en de herders uit dit gewest de
sabbat vieren. Hiertoe hadden zij alles behoorlijk ingericht.
Jezus’ lering werd door een twintigtal herders met
hun vrouwen en kinderen bijgewoond; zij waren allen
zeer gelukkig en diep ontroerd. Jezus zelf scheen bij deze
doorbrave mensen zeer getroost en opgewekt.
De afstand van hier tot Kirjat-Jearim schijnt mij niet groot;
(het ligt 4 uren van Mikmas en 2,5 uur ten noordwesten van
Jeruzalem, in rechte lijn).
Na de sabbat namen zij een kleine maaltijd en begaven zich dan
op weg naar Betanië, dat nog 4 uren van hier verwijderd kon zijn
(versta: bijna 3 uren).
Jezus te Betanië, te Jeruzalem, in de tempel.
437.
24 maart. –
Verscheidene leerlingen zijn vanuit de herberg naar Jeruzalem,
hun vaderstad, weergekeerd. Ik zie geen vreemdelingen te
Betanië. Jezus bewoont in Lazarus’ huis steeds dezelfde kamer.
Fascikel 13
577
|