background image
-
Elders zal ze nog zeggen: “Zijn gelaat was hier zo helder, zijn
oogslag zo ontroerend, dat alle harten vertederd en tot Hem
getrokken werden.” (nr. 548).
-
“In Jezus’ nabijheid voelden de Farizeeën een zekere schrik voor Hem.”
(nr. 446).
-
In zijn Bijbelse Geschiedenis, bij de uitdrijving der kooplieden uit de
tempel, schrijft Jos. Keulers:
“Al die mensen zouden niet gehoorzaamd hebben aan het bevel van die
onbekende Galileeër, indien zij in zijn verschijning niet de openbaring
van een bovenaardse macht hadden gezien.” (Bijbelse Geschiedenis
408). –
-
Laat de zogenaamde brief van Lentulus aan de Romeinse senaat
apokrief zijn, hij geeft een traditioneel gegeven weer, waar hij zegt:
“Bij het zien van Jezus kan men liefde voor Hem opvatten, maar
evengoed schrik.”
***
Privaatopenbaringen spreken in dezelfde zin, heel speciaal over de
schoonheid van Jezus’ ogen en de scherpte van zijn blik.
-
Volgens de traditie werden de struikrovers die de H. Familie op haar
vlucht naar Egypte aanhielden, getroffen door een glans die
uitstraalde van het aangezichtje van het goddelijk Kind.
Onze K. vertelt het geval wonderschoon.
-
Tot de H. Brigitta zegde O.L. Vrouw: “Dikwijls zagen wij een ongewone
glans Hem omgeven, terwijl wij de engelen lofzangen boven Hem
hoorden zingen.” (H. Brig. door Rebry, I, 145).
-
“Niet zelden omstraalde Jezus zulk een helder licht, dat Jozef en
Maria die verblindende glans niet konden verdragen; de lichtstralen
drongen zo diep in hun harten door, dat zij ze van liefde ontvlamden.”
(Dubois, 79).
-
Op grond van haar visioenen verzekert Margareta van het H. Sacrament,
karmelietes van Beaune:
“Sommige lieden ontwaarden in Egypte dat een ongewone glans, de
weerglans van zijn goddelijke schoonheid, het Kind Jezus van tijd tot
tijd omgaf. Dit noopte hen ten zeerste Hem hartelijk lief te hebben, Hem
en zijn ouders met liefde en eerbied te bejegenen, zodat niemand het
aandurfde op gelijke voet met hen om te gaan.
Slechts met schroom en ontzag durfden zij tot hen naderen.” (Pet. Boll.
T. 16, 100-1).
***
Fascikel 13
581