anderen in betrekking met Hem te komen. Heden was het ook
een vastendag wegens de dood van de kinderen van Aäron201.
In het huis van Lazarus.
29 maart = 2 Nisan. –
Heden (een vrijdag, maar niet Goede Vrijdag) beschouwde de
zienster passietaferelen van Christus, waaraan zij deelnam, en
midden in die lijdensextases drukte zij er haar verwondering over uit,
dat zij Jezus in zijn lijden en tevens te Betanië zag.
Daarna zegde zij het volgende:
Jezus is te Betanië, in het huis van Lazarus, waar ook de
leerlingen en vele andere deugdzame mensen verzameld zijn. Hij
leert in een grote zaal, waar zich een leerstoel
bevindt (bidplaats, synagoge). Hij spreekt op dezelfde
manier als onlangs, toen Hij van de H. Driekoningen
sprak; Hij vestigt hun aandacht op gebeurtenissen uit
het verleden.
Hij zegde ondermeer: “Vóór ongeveer 18 jaren
redeneerde een Bachir – dit moet wel zoveel
betekenen als ‘scholier, jongen, leerling’ –
redeneerde, zeg ik, een Bachir in de tempel met
wonderbare schranderheid tegen de schriftgeleerden,
en, daar zij het niet konden halen, werden zij ten
zeerste tegen Hem verbitterd.”
Hierna verhaalde Hij ook nog wat de kleine Bachir
toen geleerd had202.
201 Vastendag. – Op 1 Nisan, eerste maand van het liturgische jaar, noteert
de joodse kalender: vasten wegens de dood van de kinderen van Aäron:
Nadab en Abihoe; onwettig, tegen de voorschriften in offerden zij vuur en
werden door God gedood, (Lev. 10, 1-2).
202 Bachir. – Uitspreken: Bakhir.
Fascikel 13
585
|