kameel de reis naar Palestina ondernemen; hij reed op een kameel en was vergezeld van zes dienaren, die op muilezels reden211. *** Ik zag nu deze man met zijn gevolg op enige afstand van de leerplaats stilhouden, waar ook andere mensen hun tenten hadden opgeslagen; hij deed vergeefse pogingen om bij Jezus te geraken, want ofschoon hij Hem nu gedurende zijn preek niet kon spreken, wenste hij toch zijn preek te horen en middelerwijl (= intussen) zijn aangezicht af te beelden. 211 Hoofdman op kameel, de andere op muilezels. – Treffende overeenkomst met de manier van reizen der H. Driekoningen, die ook op kamelen reden, terwijl ondergeschikte hoofdmannen op muildieren en nisese paardjes reden (fasc. 5, nr. 134). Fascikel 13 625