background image
Hij had zijn schilderij met een riem aan zijn linkerarm hangen; ze
had de vorm van een hart, gelijk een schild. In zijn rechterhand
hield hij de brief van de koning; de brief zag er in zijn hand
opgerold uit. (Dit zeggend rolde K. een doek op dezelfde wijze
op).
Nu viel hij voor Jezus op de knieën en boog het hoofd tot op de
grond, en hetzelfde deden ook hun dienaren (oosters
vereringsgebaar voor koningen en overheden).
Dan sprak de gezant: “Uw knecht is de dienaar van Abgar, koning
van Edessa, die ziek is en U dit schrijven zendt; dezelfde bidt U
deze geschenken te aanvaarden.”
Nu naderden de knechten met hun geschenken en Jezus zei
hun dat de goede gesteldheid van hun heer Hem zeer
aangenaam was; Hij gebood zijn leerlingen de
geschenken over te nemen en ze onder de meest
hulpbehoevenden der omstaanders uit te delen. (Van
zulk een handelwijze bij Jezus zullen wij zeer dikwijls getuige
zijn).
Jezus ontrolde nu de brief en las hem. Ik herinner me
alleen nog dat er o.m. in stond: dat hij doden kon verwekken en
dat de koning Hem bad hem te komen genezen.
Het beschreven gedeelte van de brief was ietwat stijf; het overige
er omheen was lenig en zacht, als van stoffe, wol, leder of zijde;
het vormde als de omslag van de eigenlijke brief; ook zag ik er
een draad aan hangen.
458.
Nadat Jezus de brief gelezen had, keerde Hij het
beschreven vlak om, trok een stevig stift uit de boezem
van zijn kleed en schoof er iets uit op de wijze, gelijk
de boeren de zwam uit een tondeldoos schuiven ,
Fascikel 13
628