Terwijl Jezus onderrichtte en genezingen bewerkte in
het gebied van Tyrus en Sidon, waar af en toe minder gekende
leerlingen zich enige tijd bij Hem voegden, begonnen de
Farizeeën hun ontwerpen ten uitvoer te brengen: de leerlingen
werden aangehouden en in de synagogen en scholen vóór grote
raden van rechters gesleept (cfr. fasc. 9, nr. 237).
De leerlingen uit Judea werden naar Jeruzalem, en die uit Galilea
naar Gennabris gebracht. Daar probeerde men hen uit te horen
over de Persoon, de leer en de bedoelingen van Jezus en over hun
medewerking in zijn onderneming. De Farizeeën kwelden en
vervolgden hen op alle manieren. Petrus, Andreas en Joannes heb
ik ook eens met gebonden handen gezien; zij braken hun boeien
met een lichte beweging als door een wonder; hierop werden zij
met hun medegevangenen te Gennabris in alle stilte in vrijheid
gesteld; hierop keerden zij naar Betsaïda en Kafarnaüm tot hun
bezigheden terug.
Fascikel 13
645
|