Openbaar Leven van Jezus
Hoofdstuk VII –
Jezus in het Hoge Noorden.
Jezus te Tyrus.
Voorbemerking.
Het voorgaande, vanaf 15 april, is, zoals reeds gezegd, een aanvulling
van de leemte, die in de verhalen ontstond ten gevolge van de
onmacht der zienster en van Brentano’s afwezigheid. Nu volgt weer
het verhaal dag voor dag.
Wij herinneren er nog eens aan dat al het tussen haakjes staande
beschouwd moet worden als commentaar, niet wat tussen streepjes
staat. (zie fasc. 9, VOORREDE nr. 1).
463.
Ik heb Jezus met een paar leerlingen nogmaals van Adama naar
Tyrus zien gaan. Het was een weg van meer dan een dagreis; ik
zag hen uit Adama vertrekken, de weg afleggen en tenslotte in
Tyrus aankomen. Onderweg trad Jezus slechts in enige armtierige
huizen.
Te Tyrus nam Hij zijn intrek in een herberg niet verre van de
poort naar de kant van het land. Naar hier reizend moest Hij een
zeer hoge bergketen overtrekken. Tyrus is een zeer grote stad,
wel vijfmaal zo groot als Münster. (Het had zich over de smalle
kustvlakte tot op de eerste berghellingen uitgebreid, wat uit de
stadsresten nog op te maken valt).
Wanneer men van de bergrug afdaalt, ziet men een gedeelte van
de stad Oud-Tyrus op zulk een manier tegen de helling hangen,
dat het er af schijnt te moeten rollen. Jezus kwam niet in het
midden van de stad; Hij hield zich op bij de muren naar de
landzijde, waar niet vele mensen woonden; ook was zijn herberg
Fascikel 14
649
|