| Hier, in Nieuw Tyrus, heerst veel meer bedrijvigheid, hoewel de stad kleiner is dan de andere op het vasteland; de vastelandstad ziet er zeer verwoest uit 217. 217 Tyrus = Soer. – Enkele gegevens over Tyrus. - De huidige naam is SOER, zelfde naam, want ‘T’ = ‘S’; zie VOORREDE, nr. 4. Het centrum van de vastelandstad was tell Masjoek (zie afbeelding hierna). De stad strekte zich zuidwaarts meer dan een uur ver uit en oostwaarts tot op de berghelling. Nu is er schier niets van overgebleven, tenzij onverwoestbare elementen zoals graven onder de grond en in de rots, wijnpersen, dikke stukken grondmuur, enz. De zienster zag haar in Christus’ tijd zeer verwoest. Geen wonder: reeds 3 eeuwen vroeger had Alexander de Grote veel materiaal van Tyrus gebruikt om een dam van de vasteland- naar de eilandstad te werpen, om de laatste te kunnen veroveren. De dam was 600 m lang; hij schijnt, naar een berekening op grond van een opgave van Diodorus van Sicilië 60 m breed geweest te zijn. Hij schijnt ook lang deze breedte behouden te hebben, daar zeedammen die het eiland omringden, belet hebben dat de zeestraat tussen eiland en vasteland verzandde. Eerst nadat deze dammen, hetzij door verzakking, aardbeving of verval het zand doorlieten, nam de verbreding van de dam of brug in de laatste 3 eeuwen snel toe (Cfr. Guérin, Galilée, II, 197). De huidige breedte van de dam is bij zijn aansluiting met het eiland 600 m; hij verbreedt naar het vasteland toe, waar hij bij zijn verenigingspunt een breedte krijgt van 1200 m. *** De eilandstad had 2 havens: - de Sidonische in het noorden en - de Egyptische in het zuiden, - bovendien een insprong in het zuidoosten, waar men lang meende de Egyptische haven gevonden te hebben. Die insprongen maken het duidelijk hoe K. kan spreken van een door Jezus bezocht huis volop in stad en toch bij het water waarover Hij op het eiland gekomen is (zie kaart nr. 464). K. zegt ook: “Jezus ging noordwaarts over een water naar een ander deel of wijk van Sidon.” Fascikel 14 653 |