gehele dag doorbrengen met het geven van onderricht en het
genezen van zieken.
‘s Avonds, na het sluiten van de sabbat, verliet Jezus met de
leerlingen deze plaats. Afscheid nemend beval Hij de
bedroefde inwoners thuis te blijven en Hem niet te
volgen; zij onderwierpen zich ootmoedig aan zijn verlangen.
Hij had het water voor hen gewijd en gereinigd,
omdat het hier zeer slecht was; er hielden zich slangen in
op, en diertjes met dikke koppen en grote staarten (nl.
salamanders, noteert hier Brentano).
Op de terugweg nam Jezus met zijn leerlingen zijn intrek in een
grote herberg, die een paar uren van hier, eenzaam, volop in het
gebergte gelegen was; zij namen er een maaltijd en hun nachtrust.
Op hun heenreis hadden zij deze herberg ter zijde laten liggen.
476.
7 juli. –
Heden kwamen zeer vele mensen uit het bergland in de herberg,
want zij hadden geweten dat Jezus zou komen. Deze mensen
woonden aan beide zijden van de berg in hutten en spelonken.
Aan de westzijde, naar de kant van Tyrus, woonden heidenen, die
ook gekomen waren; aan de oostzijde woonden arme Joden.
In zijn toespraak handelde Jezus over reiniging,
afwassing en boetvaardigheid en Hij genas wel 30
zieken.
De heidenen hielden zich van de Joden gescheiden
en pas nadat de Joden vertrokken waren,
onderrichtte Jezus ook hen en dit op een zeer
troostelijke manier tot midden in de nacht.
Het is een zeer arm volk; zij hebben kleine tuinen en plantages
rond hun spelonken; zij leven gedeeltelijk van de vruchten hunner
tuinen, gedeeltelijk van de melk hunner schapen. Hiermee maken
Fascikel 14
675
|