droegen, op de bodem tussen het struikgewas lokaas legden om de
wilde dieren te vangen; zij gebruiken daartoe appelen waarin
haken zitten. Met de touwen die aan deze angelen gebonden zijn,
trekken zij de dieren tot zich en geven ze de genadeslag. Ik zag
ook dat zij dieren in kassen voedden, waaraan van voren een trog
met melk vastgemaakt was en dat slangen van die melk kwamen
zuipen. In het meer zag ik ook dieren als zeehonden, die hoog uit
het water opspringen en ook dikke, glibberige palingen. In het
gewest leven ook leeuwen, tijgers en wilde zwijnen, maar er
wordt voortdurend jacht op gemaakt om de kudden tegen hun
aanvallen te beschermen en de tuinen voor schade-aanrichting te
vrijwaren. Sommige inwoners hebben ook kleine wijnbergen229.
482.
Ik geloof dat die beestenjagers soldaten zijn, want ik zag dat zij
zonder vrouwen in een laag gebouwencomplex woonden in
kamertjes rond een ruim binnenhof. Van op het binnenplein van
het slot, dat midden op de markt gelegen was, wierp ik door de
boog van de grote poort een blik in het binnenhof van het
229 De zeehond of het zeevarken is een soort kleine dolfijn.
Op zee vergezellen ze vaak een tijdlang de voorbijvarende schepen, terwijl
ze spelend op- en onderduikelen.
De overgrote paling is de ‘Clarias makrakantus’, een palingvis die een lengte
van 1 tot 1,5 m bereikt, geen schubben heeft en daarom door de Wet van
Mozes als onrein afgewezen wordt, hoewel zijn vlees smakelijk is.
De overige wilde dieren waren – sommige zijn er nog – in Palestina te
vinden, voornamelijk in het struikgewas van het hele Jordaandal.
Nog zijn er jakhalzen, vossen, wilde zwijnen, stekelvarkens, hyena’s,
luipaarden, jachtluipaarden, panters, serpenten, schorpioenen. Volgens
Mislin huizen al deze dieren ook in de moerassen van Merom. (I, 162; II, 76).
Tot in de 12e eeuw ontmoette men er leeuwen. Nu is deze, zoals ook de
tijger en beer, verdwenen. Nog trekken de wilde dieren, die zich overdag in
riet en struikgewas schuilhouden, ‘s nachts uit op buit tot grote schade van
vruchten en huisdieren.
Zie ook nog in fasc. 9, nr. 213, voetnoot 15 op de aanwezigheid van wilde
dieren in Palestina.
Fascikel 14
685
|